Tot de Biobased Delta mag volgens de heer Sederel ook de provincie Zuid Holland en onze Vlaamse zuiderburen worden gerekend. Met beide wordt al nauw samengewerkt en beide regio’s gaan zich naar verwachting officieel snel aansluiten. De regio’s hebben een aantal belangrijke kenmerken en overeenkomsten. Zo is er veel logistieke kennis (havens), zijn er topkennisinstituten, betrokken bij fundamenteel en toegepast onderzoek, en de sectoren agro en chemie sterk vertegenwoordigd. Daarbij opgeteld de aanwezigheid van een aantal toplocaties waar op pilotschaal getest kan worden maakt de ambitie, om erkend te worden als kraamkamer van kennis op het gebied van groene grondstoffen, gerechtvaardigd.

Biobased Hotspot

TNO en Vito, het Vlaamse equivalent van TNO, werken samen bij toegepast onderzoek naar bioaromaten. Volgens deze twee organisaties zijn bioaromaten de toekomst, gezien de verwachte marktgroei. Om te gaan horen tot de top 5 van innovatieve clusters op het gebied van bioaromaten is er een roadmap biobased aromatics ontwikkeld. Hierbij is het opvallend dat men mogelijkheden ziet om het lab over te slaan en direct te gaan testen en ontwikkelen op pilotschaal.
Om deze ambitie waar te maken, is er 3 miljoen programmabudget beschikbaar maar zijn investeringen en deelname van uit het bedrijfsleven van harte welkom. Dat het onderzoek naar bioaromaten voor een deel vanuit de Green Chemistry Campus wordt verricht, versterkt de claim van de biobased delta om erkend te worden als biobased hotspot.

Internationale samenwerking een must

Om de biobased delta te laten uitgroeien tot een internationale biobased hotspot, is internationale samenwerking een must. De kans dat experts in verschillende organisaties en landen werken, is niet geheel denkbeeldig. Deze kennis moet worden geclusterd en worden gekoppeld aan de belangrijkste Europese thema’s, aldus Europarlementariër Lambert van Nistelrooij.

Hij adviseerde de aanwezigen ook om relaties aan te gaan met partijen van de nieuwe lidstaten en deze ook te betrekken bij de plannen. “Durf keuzes te maken voor regio’s waar de juiste infrastructuur aanwezig is en het tot stand brengen van nieuwe ketens met voldoende kritische massa tot de mogelijkheden hoort. De Europese subsidie moet renderen. Het verbinden van landen, regio’s, kenniswerkers, studenten en bedrijfsleven zal de Europese Unie fors ondersteunen”, aldus Van Nistelrooij.