Het gas raakt op, ook in de kas. Er is gelukkig geen reden tot paniek. De kas wordt zelfvoorzienend in energie!
In de tachtiger jaren was voor de verwarming van zo’n 10 000 hectare glastuinbouw zo’n 4 miljard kubieke meter aardgas nodig. Nu is dat 25% minder, en bovendien is de productie van gewassen met 40% toegenomen. Per saldo een halvering van de hoeveelheid aardgas die per tomaat of paprika benodigd is.
Hoe kan dat?
Als je water van circa 2300 m diepte omhoog pompt heeft het een temperatuur van circa 75 ℃. Met behulp van warmtewisselaars kun je deze warmte benutten voor de kas. Met het opgepompte water komt ook aardgas omhoog, dat verbrand wordt in de wkk.
De warmtekrachtkoppeling (wkk).
De wkk is een installatie die aardgas omzet in warmte, CO2 en electriciteit, die aan het openbare net geleverd wordt. De ondernemer in de tuimbouw wordt hiermee dus electriciteitsproducent. Op dit moment wordt al ongeveer 10% van de totale electriciteitsbehoefte in Nederland geproduceerd door 70% van de glastuinbouwers. De gevormde CO2 gebruikt de teler als voeding voor bijvoorbeeld tomaten.
Overbodige warmte.
In de zomer is er een warmte-overschot in de kas. Hiermee wordt water verwarmd, dat wordt opgeslagen in ondergrondse bassins. Als de warmte ’s winters weer nodig is wordt het warme water weer opgepompt.
Glas.
Eigenlijk zou je de kas kunnen beschouwen als grote zonnecollectoren. Maar als je het oppervlak bedekt met panelen is er onvoldoende licht voor de gewassen om te groeien. Op dit moment zijn er ontwikkelingen gaande om een ander soort glas te ontwikkelen. Zo is er al een melkwit soort glas, dat het licht beter verstrooit waardoor de groei met circa 10% toeneemt. Men onderzoekt ook de mogelijkheid om de binnenvallende zonnestralen beter te focussen. Met speciale lenzen kan de warmte benut worden voor zonneboilers of electriciteitsopwekking. Op die manier is er minder glasoppervlak nodig en kan de rest van het dak benut worden voor bijvoorbeeld zonnecollectoren.
Zo rond 2020 wordt verwacht een energieneutrale kas te kunnen bouwen.
Bron: De Volkskrant, 17 augustus 2013